Welkom op de website van de
Historische Vereniging ‘s-Gravendeel.
Op de site treft u informatie over de vereniging en over de werkgroepen, en informatie over de geschiedenis van ‘s-Gravendeel, onder meer in artikelen die zijn overgenomen uit onze kwartaaluitgaven.
De vereniging heeft ten doel:
- Het wekken en onderhouden van belangstelling voor de geschiedenis van 's-Gravendeel;
- Het verrichten van historisch onderzoek en inventarisatie met betrekking tot bovengenoemd gebied;
- Het aanleggen en beheren van een historisch archief;
- Het aanleggen en beheren van collecties van oudheidkundige of volkskundige voorwerpen;
Bent u vooral geïnteresseerd in het huidige ‘s-Gravendeel, dan verwijzen wij u uiteraard graag naar:
Geschiedenis in vogelvlucht
In 1593 is 's-Gravendeel gesticht.
Tot 1592 had de zee nog vrije toegang over de gorzingen van Bonaventura, de polder waarin 's-Gravendeel nu is gelegen. Een kaartfragment uit 1590 laat de plannen zien om Bonaventura met dijken te omgeven.
Toen besloten de Staten van Holland, in het kader van de bedijking van de Hoeksche Waard, het gebied rondom het huidige 's-Gravendeel in te polderen.
Toen de inpoldering in 1594 voltooid was werd het gebied door de Staten aan pachters uitgeleend.
De gronden in Bonaventura waren nogal verdeeld.
Tot 1731 was 's-Gravendeel eigendom van de Graven van Holland.
De naamgeving van het dorp is om die reden ook goed te verklaren: het deel van de Graaf (Grafelijkheid) of
des Graven Deel.
De drie Oranjebomen in het wapen van 's-Gravendeel herinneren nog aan de band met de Graven van Holland.
In 1731 werd het dorp verkocht aan de stad Dordrecht. 's-Gravendeel groeide uit tot een belangrijke overslaghaven.
Veel schepen die over de Dordtse Kil richting Rotterdam voeren (toen de gebruikelijke vaarroute) konden wegens te grote diepgang niet verder komen dan 's-Gravendeel. Daar werden de vaak uit Suriname en Nederlands-Indië afkomstige ladingen overgeslagen op lichtere schepen.
Bij het buurtschap De Wacht hief de Rotterdamse Admiraliteit tol op de passerende schepen.
Toen het Kanaal door Voorne-Putten in 1831 werd geopend en er een kortere route naar Rotterdam ontstond, verloor het dorp al snel zijn overslagfunctie.
's-Gravendeel heeft door de eeuwen heen bekend gestaan als een vlassersdorp.
Er werd veel vlas verbouwd, maar er werd ook uit andere delen van het land vlas aangevoerd om bewerkt te worden.
In 1950 was ongeveer 30% van de vlasroterijen en de helft van de zwingelturbines in ons land hier gevestigd.
In het begin van de jaren 70 van die eeuw is de vlasindustrie echter geheel uit het dorp verdwenen.
Slechts de straatnamen in de wijk Nieuw Bonaventura en enkele betonnen rootbakken herinneren nog aan deze voor 's-Gravendeel vroeger zo belangrijke industrie.